“Toen ik jaren geleden vanuit Oost hier in Zuid kwam wonen, een benedenhuis met een tuintje, heb ik een vijvertje aangelegd. Gewoon een stukje plastic met wat sierstenen rondom en een paar goudvisjes. ‘S Winters moet ik met bubbeltjesplastic mijn vijvertje toedekken, want het is erg ondiep.

Een buurmeisje had in het voorjaar kikkerdril in een pot mee naar school genomen, maar al snel werden dat dikkopjes en die moesten bevrijd worden. Buurmeisje en juf kwamen vragen of ze in mijn vijvertje mochten. Zo leuk, de dikkopjes werden hele kleine kikkertjes en verdwenen na een poosje in de natuur.

Wat ik mij toen niet gerealiseerd heb is dat kikkers, net als padden, als ze geslachtsrijp zijn terugkeren naar hun ‘broedgebied’ om zich voort te planten. Zo had ik opeens, dit voorjaar, zo’n vijftig grote kikkers in mijn kleine vijvertje, die met elkaar wilden paren en daarna zou mijn vijvertje overstromen van al die klodders kikkerdril, dat moest ik voor zijn.

Ik heb toen steeds een stuk of tien kikkers in een emmer gezet en naar de grote vijver bij de synagoge gebracht. Ik ben wel benieuwd of ze volgend voorjaar opnieuw mijn vijvertje kunnen vinden, dan moeten ze wel de drukke Kennedylaan oversteken. Ben ik dan verplicht ze met mijn emmertje veilig over te zetten?”

Hiltje Berkenbosch