Vier uur in de nacht. Ik word wakker van rennende voetjes boven mijn hoofd. Even later hoor ik voetstappen van een volwassene en geruststellend gepraat, daarna even gehuil en weer geruststellend gepraat. Dan is er weer rust.

Om half zeven hoor ik weer voetjes rennen, blokken omvallen, een kinderwagentje piepen of een bal stuiteren. Daarna wordt het aan alle kanten lawaaiiger, buren beneden die gaan douchen. Iemand die de trap af rent.

Af en toe lees ik artikelen over Meergeneratiewoningen in Duitsland. Eigenlijk woon ik al in zo’n huis, met een jong gezin boven mij, heel jonge mensen onder ons en een oudere buurman op de begane grond. Het lawaai boven mij roept herinneringen op aan het huis waar ik opgroeide. Als ik half wakker word van de kindergeluiden verhuis ik in de tijd naar vroeger en hoor mijn broertjes en zusje.

Ik geniet van de gesprekjes met het kleine buurmeisje in het trappenhuis, haar eigenwijze blik als zij even binnenloopt met haar vraag: "wat doe je?"

Maar ook de anderen, die af en toe raad vragen of gereedschap lenen, maken dat ik het gevoel heb met allerlei leeftijden verbonden te zijn. En of ik mij nooit erger? Natuurlijk wel. Heel af en toe, want wat zijn de huizen in Plan Berlage gehorig...

Marjan Stomph