Op een zonnige en koude zondagmiddag liep ik met mijn vrouw naar de voormalige lagere school in de Jekerstraat. Daar was een bijeenkomst georganiseerd ter nagedachtenis aan de Joodse kinderen en leerkrachten die in de oorlog waren ‘verdwenen’. Na afloop zou een gedenkplaat aan de gevel worden onthuld.

In de derde week van augustus 1941 kregen alle hoofden van lagere scholen in Amsterdam een brief van de burgemeester waarin stond dat er geen Joodse leerlingen meer mochten worden toegelaten, met ingang van schooljaar ‘41/’42. Het dubbele schoolgebouw aan de Jekerstraat, de Vondelschool, werd ontruimd en toen in september de deuren werden geopend heette de school ‘Joodsche Scholen 10 en 11’; het werd niet nodig geacht deze een naam te geven. Alle lagere scholen in Amsterdam waren ‘Jodenvrij’ en 15 scholen waren ingericht voor Joodse scholieren.

Na de verplichte Jodenster begonnen de razzia’s: straat na straat, huis na huis, met lijsten in de hand. En de deportaties. Met ingang van schooljaar ‘43/’44 waren de Joodse scholen leeg.

Tijdens de bijeenkomst emotioneerden mij de sprekers. Er was zelfs een oud-leerling gekomen met zijn herinneringen. We kennen de geschiedenis, hebben de beelden gezien, de verhalen gehoord. Wat overblijft is steeds weer de ontzetting en het onvermogen tot begrijpen. Loop eens langs de voormalige school in de Jekerstraat en bekijk de gedenkplaat op nummer 84.

Andrea Balk